Reisverslag: het hilarische verhaal van Grote Bob naar Söll

Monica stuurde ons een erg leuk verslag van Grote Bob "Gaan met die banaan". Ze vroeg ons om het hier te plaatsen en we doen dat natuurlijk met graagte. Grote Bob ging met o.a. Midden en Kleine Bob naar Soll. Lees het verslag hieronder.

 

Gaan met die banaan

Ieder jaar ga ik (Grote Bob, 58 jaar) met mijn twee broers René (Midden Bob van 53 jaar) en Herman (Kleine Bob van 43 jaar) een lang weekeinde skiën in het Oostenrijkse Söll. De traditie van minimaal één keer per jaar samen iets doen is al zo'n vijftien jaar oud. Het begon met een avondje stappen in Amsterdam en is inmiddels ontaard in meerdere samenscholingen per jaar. Het hoogtepunt is en blijft het skiën, of wat daar voor doorgaat. De lengte van het weekeinde varieert, vooral in de zin dat het steeds langer wordt. Eind januari vertrokken wij op dinsdagavond en kwamen we zondagavond terug. Wat wel een onmiskenbare constante is, naast de forse drankconsumptie, het natuurverschijnsel van minimaal één hilarisch voorval.

Het was misschien geen toeval, maar op de zaterdagavond hadden wij, in een soort premature samenvatting, tegen elkaar gezegd dat het dat jaar toch wel een beetje slappe hap was: niets gebroken, niets gestolen, niets verloren. Na de zoveelste incidentloze après ski kwamen wij tijdens het diner tussen de Tiroler Platte en het Eis mit Choco und Sahne tot de angstwekkende conclusie dat we oud en saai werden. Somber namen we nog maar ein Großes Bier und ein Obstler. Vluchtgedrag, zou onze lieve en wijze moeder dat hebben genoemd. Onze oude, vader Freek, zou waarschijnlijk stiekem een beetje trots op zijn zoons zijn geweest.

Het is de volgende dag, zondagmorgen en wij gaan nog één keer de uitdaging van de lokkende pistes van Skiwelt aan. Na een paar zonnige afdalingen en alcoholische versnaperingen in het skigebied, besluiten we het laatste skitochtje richting Söll te aanvaarden om daar te lunchen en met tegenzin terug naar huis te rijden. Omdat ik een paar weken ervoor bij een spectaculaire val tijdens de wintervakantie met de hele familie in Fiss, mijn sleutelbeen heb losgescheurd van mijn schouderblad, doe ik het wat rustiger aan. Die val was overigens behoorlijk spectaculair. Bij het atletisch ontwijken van enkele onbeholpen skiërs en mijn zeer goed skiënde nicht Claire, produceerde ik een soepele drievoudige Rietberger met anderhalve schroef achterwaarts gehoekt. Omstanders keken vol bewondering toe en ik meende zelfs te zien dat enkele kenners de natuurlijke neiging hadden te applaudisseren. Volgens mij komt mijn unieke en extreem complexe stijlfiguur nog niet voor op het lijstje van het Internationale Olympisch Comité. Een kwestie van tijd.
Helaas eindigde mijn briljante actie onverwachts in een wat knullig ogende landing op de rechterschouder. Daarbij scheurden enkele aanhechtingen van het sleutelbeen. Mijn spierbundels en aanhechtingen zijn nog niet hersteld. Voldoende reden om mij dit keer bescheiden op te stellen en mijn twee jongere broers vooruit te laten skiën. Ik sukkel er achteraan als een oude vent van 58 jaar.

Op een gegeven moment ben ik met een afdaling bezig op een helling waar je onderaan links af moet, een pad op richting Mittelstation. Als ik bij het pad kom, zie ik iemand rondscharrelen, duidelijk bezig met het bij elkaar rapen van zijn ski's, stokken, skibril, handschoenen, telefoon, portemonnee, zelfvertrouwen, enzovoort. Dichterbij gekomen, herken ik de verzamelaar. Het is Midden Bob. Als ik hem aanspreek, kijkt hij mij wat verward aan. In ieder geval verwarder dan normaal. Ik vraag hem: "Gaat het goed met je? Wat is er gebeurd?" Hij vertelt mij dat hij een flinke smak heeft gemaakt en dat hij probeert weer een beetje orde op zaken te stellen. Midden Bob is een algemeen erkende keiharde. Klagen en zeuren komen niet in zijn woordenboek voor.

Dat heeft hij niet van een vreemde, namelijk van oude Freek, mijn vaders vader. Ik zal nooit vergeten dat ik een keer op de verjaardag van mijn opa was, waar zoals gebruikelijk, de gebroeders de hele avond grote sigaren zaten te roken; wedstrijdjes kringetje blazen. Normaal deed mijn opa mee, maar toen niet. Lichamelijk mankeerde hij van alles, maar met name zijn longen werkten niet goed meer. Met dank aan Bruynzeel, waar hij als parketlegger van onder andere het Haagse Vredespaleis, veel stof naar binnen had gekregen. De dokter had hem ernstig aangeraden met roken te stoppen. Daar zat hij die avond van zijn verjaardag, met een onaangetaste sigaar in zijn mond. De tranen liepen over zijn wangen, maar de sigaar werd niet aangestoken en hij klaagde niet.
De laatste vertoning van stoerheid van oude Freek was ook zijn laatste. Aan het einde van zijn leven had hij last van zijn hart. Hij werd er zelfs voor opgenomen in het Leijenburg Ziekenhuis in Den Haag. Een ziekenhuis vond hij maar niks. Als gezelligheidsdier wou hij thuis zijn, zijn krantje lezen, een vieuxtje met suiker drinken en een sigaar roken. Nadat hij lang had aangedrongen, besloten de artsen hem naar huis te laten gaan. Mijn moeder en mijn oma gingen hem halen. Toen de ambulance voor het huis in de Vreeswijkstraat was aangekomen, voelde hij zich weer helemaal het mannetje. Mijn oma en opa woonden op de tweede verdieping. In het portiek naar de eerste verdieping liep een zeer steile trap. De ziekenbroeders boden aan hem naar boven te dragen, maar daarvan kon natuurlijk geen sprake zijn. Ook de goedbedoelde adviezen van mijn moeder en oma werden nonchalant weggewuifd. Nee, dat trappetje deed hij wel even zelf. En inderdaad. Langzaam maar vastbesloten, steunzoekend bij de metalen trapleuning, liep hij treetje voor treetje naar boven. Hij straalde triomfantelijk en … kreeg direct een hartaanval. Gelukkig stond de ambulance nog voor de deur. Met loeiende sirenes ging hij terug naar het door hem zo vervloekte ziekenhuis. Oude Freek heeft de nieuwe hartaanval wel overleefd, maar is uiteindelijk het ziekenhuis nooit meer uitgekomen en heeft zijn geliefde huis in de Vreeswijkstraat nooit meer gezien.

Het zal dus wel in de genen zitten, want ik zie aan Midden Bob dat het niet echt goed met hem gaat, al beweert hij van wel. Ik vraag hem of hij pijn heeft. "Nou, het gaat wel", is zijn antwoord. Dat betekent in normale mensentaal dat hij enorm veel pijn heeft. Al mijn aangeboden hulp wordt resoluut van de inmiddels weer behandschoende hand gewezen. Langzaam maakt hij zich skiklaar. Voor de zekerheid blijf ik bij hem in de buurt. Wij skiën in een normaal tempo naar het Mittelstation waar Kleine Bob klaar staat bij de buitenbar met de grote gele kletsen, gereed voor consumptie. Midden Bob legt nogmaals uit dat hij een geweldige kwak heeft gemaakt, maar dat verder alles prima is. Hij stelt ons gerust. Wij genieten van de zon, het bier, de muziek, de mensen en proberen alles op ons netvlies in te branden. Nog een uur en dan zijn wij weer op weg naar het grijze en kille Nederland.

Ik draai mij om naar Midden Bob en deel met hem onze tevredenheid door mijn helaas veel te vroeg overleden vriend Rob met een grijns te citeren: "Wat een rotleven. Het is tobben, tobben, tobben. Proost". Het valt mij op dat Midden Bob wat stil is en voor zijn doen nogal witjes rond de neus. Plotseling begint hij te hellen. Ik red het bier uit zijn verslappende hand, grijp hem onder de klamme oksel en probeer hem in verticale stand te houden. Maar hij is niet te houden. Hij verliest zijn bewustzijn, wordt loodzwaar en zakt door zijn knieën. Ik vraag Kleine Bob om aandacht en assistentie. Die laat geschrokken even zijn bier voor wat het is en helpt mij Midden Bob op de grond te leggen. Kleine Bob memoreert dat Midden Bob bij het ontbijt vergeten is zijn medicijnen tegen diabetes in te nemen. Dat zal dus wel de oorzaak zijn. Om ons heen stromen nieuwsgierige mensen toe. Zij wenden bezorgdheid voor door te vragen wat er aan de hand is en of ze kunnen helpen. Kleine Bob en ik maken flauwe grappen die niet worden begrepen. "Waar is de humor gebleven, meneer Sonneberg?" Na een paar minuten komt Midden Bob bij. Hij ziet al die vreemde koppen op hem neer kijken en voelt zich knap ongemakkelijk. Wij zetten hem weer overeind. Hij roept ferm dat het prima met hem gaat en ten bewijze van zijn goede gesteldheid neemt hij een flinke slok bier. Wij zijn gerustgesteld. Het kleurig uitgedoste skigrauw trekt zich terug en werpt zich weer vol overgave op het skivermaak en aanverwante zaken.

Kleine Bob en ik vragen Midden Bob naar zijn pilgebruik en of hij pijn heeft. Zijn reactie is resoluut en duidelijk. Wij moeten niet zeuren. Er is niets met hem aan de hand. Echter, een paar minuten later herhaalt zich het ritueel. Midden Bob wordt pips om de neus en valt weer flauw. Opnieuw leggen wij hem op de besneeuwde grond. Wij krijgen er handigheid in. "Typisch geval van suiker", roept Midden Bob met grote stelligheid. Wij besluiten professionele hulp in te roepen. Kleine Bob blijft bij Midden Bob, waar de belangstellenden weer toestromen. Ik ga het restaurant binnen en vraag: "Wo ist die Erste Hilfe?" Tot mijn stomme verbazing antwoordt niemand met "Do". Men verwijst mij naar het kabelbaanstation. Ik kluun er moeizaam door de sneeuw naar toe en vraag met piepende adem: "Wo ist die Erste Hilfe?" De kabelbaanmeneer zegt: "Do". De EHBO-post blijkt een stukje verder te zijn. Weer zwoeg ik door de sneeuw en zie beneden mij de schare belangstellenden rond de Bobs groeien. Als ik puffend, hijgend en zwetend bij de EHBO aankom, is er niemand. Men is al vertrokken, naar het oploopje rond Midden Bob.

Ik kluun terug, worstel mij door de haag toeschouwers en ontwaar de Bobs, de medicijnmannen en een gele banaan. Men is bezig Midden Bob op de slee te leggen en hem in te pakken. Hij is inmiddels al weer bijgekomen en roept dat het allemaal niet hoeft, dat hij zich prima voelt en gewoon naar beneden kan skiën. Die kans krijgt hij niet. Hij beklaagt zich bij ons dat hij niet op al die aandacht en hulp is gesteld. Wij stellen hem gerust met opmerkingen dat die gele dwangbuis hem uitstekend staat en dat het nooit te laat is om met dit nuttige kledingstuk te oefenen. Van de medicijnmannen krijgen we te horen dat ze hem met de gondel naar beneden zullen brengen en hem daarna met de ziekenauto bij de dokter in Söll zullen afleveren. Wij vertellen dat wij weten waar de dokterspraktijk is, want daar zijn wij een paar jaar geleden al een keer met Midden Bob geweest. Toen was hij van de stoeprand gegleden, had zijn enkel ernstig verzwikt, riep dat er niets aan de hand was, viel voor de aprés ski bar flauw van de pijn en liet zijn urine lopen. "What's new?" Dit keer blijft hij droog.

Inmiddels is Midden Bob klaar voor vertrek. Wij nemen afscheid van hem, wensen hem een goede reis, zeggen dat we ons straks bij hem zullen voegen, maar dat wij eerst ons en zijn bier moeten opdrinken. De twee reddingswerkers binden hun ski's onder, posteren zich voor en achter de gele banaan en komen in beweging. Het lijkt een beetje op de Alkmaarse kaasmarkt. Langzaam glijden zij over het terras tussen de rijen sensatiezoekers door, op weg naar de gondel. Kleine Bob en ik zwaaien hem met onze bierglazen uit en roepen "Sterkte en tot zo".

Op dat moment horen wij in de verte iemand angstig schreeuwen. Het is een skiër die als een ongeleid projectiel met grote snelheid de helling afdendert in de richting van ons terras. De goede man heeft geen enkele controle meer. Hij stuift met wijd opengesperde ogen en mond op ons af. Al schreeuwend maakt hij een paar spastische bewegingen in een ultieme poging het volle terras te ontwijken. Op het terras rennen mensen in wilde paniek weg, daarbij hun nageslacht van hun Pommes und Würstle wegrukkend om de vege lijven te redden. Er wordt geroepen en gegild, banken vallen om, plastic bestek valt op de grond. Het lukt de in vrije val verkerende skiër op het allerlaatste moment de ramkoers iets te verleggen, het in paniek verkerende terras te ontwijken en … in volle vaart over de banaan van Midden Bob te razen. De banaan slaat om. De hevig geschrokken begeleiders van Midden Bob verliezen hun evenwicht en storten ter aarde. Zij nemen de banaan in hun val mee en glijden samen met Midden Bob een klein stukje door. Even later komt Midden Bob tot stilstand, op zijn zij, machteloos en bewegingsloos verpakt in zijn gele dwangbuis. Wij lopen snel naar hem toe. Hij kijkt ons verbouwereerd aan. Godzijdank is hij niet extra verwond, naar wij snel van hem vernemen. Daarna krijgen we allemaal ontzettend de slappe lach.

Een uur later, in het dal, meldt de dokter dat de suikerspiegel niet het probleem is. Het is gewoon het gevolg van de enorme klap die hij bij het skiën heeft gemaakt. Na de lunch gaan we alsnog op weg naar Nederland. Midden Bob mag zijn corvee overslaan. Hij hoeft niet te rijden. Het zal nog weken duren voordat hij helemaal pijnvrij is. Dat geldt ook voor Kleine Bob en mij; maar dan van de kaakpijn van het lachen.

 

Lees hier de andere reisverslagen

Lees ook:Mijn knieblessure: deel 1
Lees ook:Mijn knieblessure: deel 2
Lees ook:In de schaduw van de Eiger
Lees ook:Après-Ski Hits 2010 SUPER of BLOEPER: Tony Marshall – Schöne Maid
Lees ook:Uit de oude doos

13 reacties op “Reisverslag: het hilarische verhaal van Grote Bob naar Söll

  1. jaap wilgenburg

    Als dit een skiverhaal moet voorstellen is het aardig mislukt. Het scoort wel in de categorie “onderbroekenlol”. Misschien is daar een ander blog voor ?

      /   Beantwoorden  / 
  2. Saskia

    Tja, over humor valt te twisten toch Jaap? Maarre…als jij een beter verslag kunt maken, graag! Stuur ‘t maar op naar [email protected]

      /   Beantwoorden  / 
  3. jaap wilgenburg

    Met vorig jaar twee keer een zes-sterrenwaardering van Floortje op de Prikpagina denk ik, dat ik bewezen heb een (ski-)reisverslag te kunnen schrijven.
    Het is ook niet mijn gewoonte om negatief over een verslag van anderen te schrijven.
    Maar dit verslag irriteerde, omdat het wel heel erg overkomt als een fake-verslag.
    Wie heeft het geschreven ? Monica ? Was ze zelf de vierde skiër van het groepje ? Lijkt me stug. Is het allemaal echt gebeurd ? ‘k Geloof er niks van. Zijn de gebeurtenissen leuk of, zoals beweerd “hilarisch”? Nou nee, bepaald niet, zou ik zeggen. Gaat het over skiën ? Nou nee. Kortom, allles aan dit verslag irriteerde me. Vooral de krampachtige en mislukte poging om leuk te willen zijn.
    Sorry, mijn mening. Ik zal het niet meer doen…

      /   Beantwoorden  / 
  4. Rutger

    Ik reageer nooit maar Jaap je reactie irriteerde me. Het is niet mijn gewoonte om negatief te zijn. Lighten up, valt het leven je allemaal wat zwaar? Je valt de schrijver aan maar laat daarbij meer jezelf kennen dan dat je in je opzet slaagt. Waar komt die vervelende instelling vandaan?

    Leuk lezend reisverslag trouwens.

      /   Beantwoorden  / 
  5. jaap wilgenburg

    En zo zie je maar dat smaken verschillen…
    Overigens heb ik geen idee wie de schrijver (schrijfster ?) is (staat niet vermeld), in elk geval iemand met een grote duim, vlotte pen, veel fantasie, apart gevoel voor humor.
    Zo’n mooi bedacht fake-verhaal, dat niks met werkelijke skibelevenissen te maken heeft, hoort m.i. niet in de serie reisverslagen thuis. Maak er dan maar een wedstrijdje “wie schrijft de leukste kolder ?” van.

      /   Beantwoorden  / 
  6. Mirte

    Nou Jaap, ik heb me ziek gelachen om dit verhaal :-)
    En het is zeker een skiverhaal, want speelt zich toch af tijdens de wintersport?
    Smaken verschillen nou eenmaal, en ik kwam van dit verhaal niet meer bij ook al is het misschien fake.

      /   Beantwoorden  / 
  7. Monica

    Als inzender van het (wat mij betreft)hilarische verhaal reageer ik toch nog maar even. De schrijver is mijn oud collega Fred, Fred is columnist in verschillende media tijdschriften(geweest). Van hem krijg ik regelmatig dit soort verhalen toegestuurd, het zijn gebeurtenissen uit zijn leven. Altijd geschreven op de (nogmaals, wat mij betreft) humoristische wijze waar ook dit verhaal in geschreven is. Dus Jaap: dit verhaal is wel degelijk echt gebeurt en dus geen fake! Grote, kleine en midden Bob bestaan en maken vaker dit soort dingen mee. Ik heb het dan ook ingestuurd als wintersport verhaal, niet als reisverslag.

      /   Beantwoorden  / 
  8. jaap wilgenburg

    Als (professionele) column in een tijdschrift kan ik me dit verhaal heel goed voorstellen. Ik kan me ook prima voorstellen dat lezers het een leuk verhaaltje vinden.
    Echt gebeurd ? Als een skimaatje na een val twee keer op een terras het bewustzijn verliest reageer je toch wel iets anders, lijkt me. Maar een columnist moet van een “gewone gebeurtenis” (valpartij/banaan) een voor de lezers pakkend verhaaltje vlechten, er een heel verhaal omheen breien. Dat heeft Fred gedaan (het “fake-gedeelte”).
    Niks mis mee, best knap geschreven column, doe ik niet na.

      /   Beantwoorden  / 
  9. jos

    @ jaap Azijn: ik kijk uit naar je 6 sterrenverslag, je bent net zo goed als je laatste prestatie.

    Was wel goed te lezen dat deze persoon en vlotte pen heeft. Ik heb met glimlach gelezen, is weer eens een keer wat anders.

    jos

      /   Beantwoorden  / 
  10. Joep

    Ik vind het een belachelijk verhaal: gaaf hoor om jezelf nog ff vol te gieten met goudgele rakkers voordat je in de auto naar Nederlands stapt. Over een fraai auto-ongeluk met doldwaze dwarsleasies lezen we de volgende keer waarschijnlijk…

      /   Beantwoorden  / 
  11. Alice

    Ik sluit mij volledig bij de vorige reactie aan je lekker voltanken en dan weer op weg naar het kille nederland. Walgelijk gewoon.

      /   Beantwoorden  / 
  12. Fred

    Beste lezers,
    Vandaag werd ik erop geattendeerd dat mijn verhaal door iemand op deze mij onbekende website was geplaatst. Dat blijkt dus mijn oud-collega Monica te hebben gedaan. Dat vind ik prima.
    Het is interessant te lezen hoe mensen er veschillend op reageren. Het verhaal is echt gebeurd en ik heb het opgeschreven omdat ik het leuk vind om dit soort gebeurtenissen vast te leggen zodat mijn naaste omgeving er kennis van kan nemen. Meestal krijg ik positieve reacties. Als iemand het met plezier heeft gelezen, laat mij dat dan weten. Er zijn nog meer van deze wat hilarische wintersportverhaaltjes,die ook echt gebeurd zijn.

      /   Beantwoorden  / 
  13. Nathalie

    Weet je wat? Het is een geweldig leuk verhaal en tijdens het lezen ervan heb ik de ene lach naar de andere over mijn afdeling laten rollen. Heerlijk.
    Het kwam op mij zeer zeker niet “fake” over. En als het wel zo zou zijn? Dan is het verhaal nog steeds even leuk!
    Hou toch op met dat gezeur allemaal. Smaken verschillen nou eenmaal!

      /   Beantwoorden  / 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

Naam

Website

Het kan vijf minuten duren voordat nieuwe reacties zichtbaar zijn.